In Nederland waren in 2010 ruim 55.000 kinderen geadopteerd ,waarvan ruim 38.000 kinderen in het buitenland geboren zijn en meestal, afkomstig van het verre Oosten. In 2018 ging het om in totaal 352 verzoeken waarvan 308 voor een eerste kind en 44 voor een tweede of volgend kind. In 2010 ging het nog om 1.602 aanvragen voor adoptie. In die periode werden gemiddeld 1000 kinderen per jaar geadopteerd waarbij 1974 een topjaar was met 1259 plaatsingen. Daarna nam het aantal geadopteerde kinderen gestaag af. In 2019 zijn er 145 adoptiekinderen uit het buitenland in Nederlandse adoptiegezinnen geplaatst.
De helft van de geadopteerde volwassenen geeft aan zelf op zoek gegaan naar meer informatie over hun adoptie en achtergrond (51%). De meest voorkomende redenen waarom mensen zelf op zoek zijn gegaan, willen meer weten over waar men vandaan komt (82%), wat de de biologische familie (69%) is en of men nog broers of zussen heeft (56%). In toenemende aantallen laten geadopteerden en de kinderen en kleinkinderen van geadopteerden hun DNA-testen om die onbekende delen van hun persoonlijke biologische achtergrond te vinden.
Meestal is deze opsporing niet zo kansrijk. Maar je kansen om een verre achterneef of nauwere match te vinden in autosomale DNA-databases stijgen naarmate steeds meer mensen zich laten testen door diensten zoals AncestryDNA, Family Tree, DNA, 23andMe en MyHeritage DNA voor een genealogisch onderzoek.
Hoe speur je je bloedverwanten met DNA op
Om meer te weten te komen over je biologische familie, heb je een zo groot mogelijke pool van potentiële matches nodig. Er zijn vier bedrijven die bloedverwant-matching bieden. Begin met testen met AncestryDNA. Wanneer u uw resultaten verkregen hebt, logt u in op uw account en gebruikt u het instellingenmenu rechtsboven op de DNA-startpagina om uw onbewerkte DNA-gegevens naar uw computer te downloaden. Upload die gegevens vervolgens naar Family Tree DNA en MyHeritage door de instructies op hun websites te volgen. Als je al één ouder kent, probeer dan die bekende ouder, of een halfbroer of neef aan die kant, te laten testen. Als je DNA-match ook overeenkomt met dat bekende familielid, weet je dat de match gerelateerd is aan je bekende kant.
Een autosomale DNA-test is niet de enige test die kan helpen bij je zoektocht naar je geboortefamilie. De Y-DNA (directe mannelijke lijn) en mitochondriale of mtDNA (directe vrouwelijke lijn) tests zijn het overwegen waard omdat je weet dat resulterende verwantschaps-matches verwant zijn via de directe mannelijke of directe vrouwelijke lijn.
Mt-DNA
MtDNA-testen zullen waarschijnlijk niet leiden tot grote ontdekkingen over een biologische ouder. MtDNA houdt een nauwgezette registratie bij van uw directe voorouders van moederlijke lijn. Je hebt hetzelfde mtDNA als je moeder, die hetzelfde heeft als haar moeder, die hetzelfde heeft als haar moeder, enzovoort, tot terug tot de oudheid. Iemand die hetzelfde mtDNA heeft als jij, deelt een voorouder op die moederlijn. De vraag wanneer die voorouder leefde is echter een probleem. Immers een exacte mtDNA match kan je moeder, je zus of zelfs een heel verre nicht zijn. Er is geen goede manier om het verschil vast te stellen.
Y-DNA
Als je een man bent die op zoek is naar je biologische ouder is je Y-DNA veel waardevoller. Vrouwen hebben, zoals je weet, geen Y-DNA en kunnen deze test dus niet doen. Y-DNA werkt op dezelfde manier als mtDNA, behalve dat het oorsprongs- en matchinformatie geeft van je vaderlijke lijn.
De informatie over etnische afkomst – een haplogroep genoemd – kan je verder vertellen of je Joods of Afrikaans of Indiaans bent, maar vaker wel dan niet, geeft het alleen aan dat je oorsprong ergens in Europa ligt.
Maar je Y-DNA matchlijst kan wel een belangrijke aanwijzing geven voor de achternaam . In de meeste culturen wordt de achternaam van vader op zoon doorgegeven, net als Y-DNA. Als je Y-DNA matchlijst bij Family Tree DNA (het enige bedrijf dat volledige Y-DNA-tests aanbiedt) een stel mannen de achternaam xyz, kan dit de achternaam van je biologische vader zijn. Het helpt als je minstens 67 Y-DNA markers (of locaties) hebt getest.
Genetische afstand
Let vervolgens op de kolom genetische afstand. Wanneer je een ver familielid bent dan is de genetische afstand groot en deelt men weinig DNA met elkaar. Bij een match met een nabij verwante familie is de afstand klein en deel je veel DNA met elkaar in de tabel met overeenkomsten. Is de genetische afstand tussen jou en een match 3 of lager dan deel je een recente gemeenschappelijke voorouder. Omdat Y-DNA iets vaker muteert dan mtDNA, is het gemakkelijk in te schatten hoe lang geleden een gemeenschappelijke voorouder zou kunnen hebben geleefd. Hoe meer mutaties, hoe vroeger de voorouder leefde. Hoewel Y-DNA, en af en toe mtDNA, belangrijke aanwijzingen kunnen geven bevestigen zij zelden of een match die van een naast familielid is. Daarvoor heb je autosomaal DNA nodig.
Autosomale overeenkomsten
Wanneer u zich aanmeldt om de resultaten van uw autosomale DNA-test voor de eerste keer te bekijken, dan worden tevens vaak de ethniciteitspercentages verstrekt. Deze kunnen verwarring geven. Houd er immers rekening mee dat deze percentages niet altijd nauwkeurig zijn en zij kunnen variëren afhankelijk van het testbedrijf.
Matches worden gerangschikt vanaf de naasten en de website geeft een relatie (zoals broer of zus of derde tot vijfde neef) aan voor elk. Je kunt het proces ook toepassen bij verre neven, maar dat zal aanzienlijk ingewikkelder en tijdsintensiever zijn. Controleer daar de stamboom op de matches voor een gemeenschappelijke voorouder. Achterneven delen bijvoorbeeld overgrootouders, dus je weet dat een van de vier sets overgrootouders van die match ook die van een van de overgrootouders kan zijn.
Centi-Morgan
Het testbedrijf schat de mate van uw verwantschap in op basis van de hoeveelheid DNA die men samen met een mogelijke bloedverwant deelt. Deze hoeveelheid overeenkomstig DNA wordt gemeten in centiMorgans (cM). Maar vanwege de willekeurige aard van DNA-overerving kan een bepaalde verwantschap verschillende hoeveelheden overeenkomstig DNA hebben. Familieleden die bijvoorbeeld 250 cM delen, kunnen achterneven zijn, neven en nichten die twee keer zijn verwijderd of een andere genetisch gelijkwaardige verwantschap. Om de werkelijke relatie te bepalen, vergelijkt men het aantal gedeelde centiMorgans met een tabel die reeksen overeenkomstig centiMorgans toont voor bekende familieleden die hun DNA eerder hebben getest bij het zelfde bedrijf.
Zie bijgaande tabel
Houdt er rekening mee dat als men veel ouder of jonger is dan de match, men een “verder verwijderd” familielid kan zijn. Als men bijvoorbeeld 68 is en de match is 28 dan is men waarschijnlijk een generatie van hen verwijderd. Dit betekent dat men een generatie dichter bij de gedeelde voorouders is dan zij, en moet men een generatie verder terugkijken in de stamboom voor de gemeenschappelijke voorouder.
Beperk de gemeenschappelijke voorouder-kandidaten tot degene waarmee men het meeste bloedverwant is. Een goede manier om erachter te komen welk grootouder- of overgrootouder-paar men deelt met een bepaalde match gebruikt men vaak de triangulatie-methode. Bij triangulatie worden overeenkomstige DNA-ketens bij drie matches (bijvoorbeeld proband, ouder en een neef) vastgesteld met de tools “shared matches” of de “common with” tool. Met de tool “shared matches” vindt men matches die overeenkomstige DNA delen die zowel u als uw achterneef gemeenschappelijk hebben. Men kan vervolgens de stambomen van die gedeelde matches bekijken voor bewijs van een verwantschap met een van de kandidaat-overgrootouder-echtparen. Zodra men een voorouderlijk paar heeft geïdentificeerd, kan men dit verifiëren met de genealogische gegevens verkregen bij het stamboom onderzoek. Het proces is verder als volgt: zoek een achterneef of een betere match, bepaal met welke generatie men bloedverwant is, gebruik gedeelde matches om een mogelijk voorouderlijk paar te identificeren en onderzoek vervolgens hun nakomelingen.
Wees voorbereid op hobbels onderweg. Zoals men ziet, is dit proces afhankelijk van andere verwante mensen. Deze andere is soms ook nodig om zijn resultaten te koppelen aan een stamboomschema en/of om te overleggen.