Archieven over slavernij op de UNESCO-lijst

0
67

Sinds 18 mei zijn de archieven over tot slaaf gemaakten en hun nazaten in Suriname en de Nederlandse Antillen opgenomen in het Memory of the World Register (MoW-register) van UNESCO. Het MoW-register bevat documentair erfgoed met een uitzonderlijke betekenis voor de wereld.

Het documentair erfgoed van tot slaaf gemaakte personen

De in het MoW-register opgenomen archieven omvatten slaven-, manumissie- en emancipatieregisters en documenten van de burgerlijke stand over vrijgelaten slaven. Ze beslaan de periode 1816 tot 1969. Andere archiefstukken gaan over de “compensatie” die voormalig slaveneigenaren ontvingen na de afschaffing van de slavernij in 1863. Daarnaast is de Curaçaose Zíkinza collectie opgenomen in het register. De Zíkinza collectie bevat 1410 audio-opnamen van interviews uit de jaren 1950 en 1960. Zo werden liedjes, historische anekdotes, verhalen en beschrijvingen van het dagelijks leven in de moedertaal Papiamentu, en de inmiddels uitgestorven Guene-taal, vastgelegd.
Naast fysieke dragers, zoals papieren archieven en audiotapes, zijn er digitale bestanden in het register opgenomen, zoals de digitale indexen van de slavenregisters.

Opgenomen series en archieven zijn opgenomen in het MoW-register:

  • Slavenregisters Suriname (1830-1863)
  • Digitale Index van het Slavenregister Suriname
  • Manumissieregister, Suriname (1832-1863)
  • Emancipatieregister, Suriname (1863)
  • Slavenregisters, Curaçao (1839-1863)
  • Digitale Index Slavenregister, Curaçao
  • Archief van de Burgerlijke Stand – Geboorte, Overlijden, Doopregisters en registers van vrijgemaakte Slaven, Curaçao (1831-1863)
  • Kolekshon Zíkinza, Curaçao (1955-1969)
  • Juliana-Brenneker-collectie, Curaçao (1856)
  • Gouvernementsjournalen (met manumissievermeldingen), Suriname en Curaçao (1816-1863)
  • Stukken tot opheffing der slavernij in West-Indië (compensatie-dossiers), Algemene Rekenkamer, Nederland (1863-1868)
  • Emancipatieregister, St. Maarten (1863)
  • Brieven aan diverse personen, St. Maarten (1847-1861)

Deze archieven zijn verwant aan de eerder geregistreerde archieven van de West-Indische Compagnie (opgenomen in het Memory of the World Register in 2011) en de Registry of Slaves of the British Caribbean 1817-1834 (opgenomen in 2009).

Gezamenlijke nominatie door vier landen

De gezamenlijke nominatie getiteld ‘Documentair erfgoed van de tot slaaf gemaakte mensen van de Nederlandse Caraïben en hun nazaten’ bestaat uit archieven die zich bevinden in vier landen, waarvan er drie deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden. De Nationale Archiefdiensten van Suriname, Curaçao en Nederland sloegen samen met het National Archeological Anthropological Memory Management (Curaçao), en de overheid van Sint Maarten de handen ineen om deze belangrijke archieven bij UNESCO voor te dragen.

Herdenkingsjaar Slavernijverleden

Het moment van opname in het MoW-register komt in een periode waarin het Nederlands slavernijverleden in de belangstelling staat. In december 2022 bood premier Mark Rutte excuses aan voor de rol van de Nederlandse staat in het slavernijverleden. In het herdenkingsjaar slavernijverleden (juli 2023 – juli 2024) zal er in het gehele Koninkrijk aandacht zijn voor de diverse aspecten van deze geschiedenis en de doorwerking daarvan in het heden. Het doel is het vergroten van kennis en bewustwording van het Nederlandse slavernijverleden; door het behoud en de verdere ontwikkeling van musea, archieven en de bescherming van cultureel erfgoed, zowel in Europees Nederland als in de Caribische delen van het Koninkrijk en andere betrokken landen. Daarnaast is er door het kabinet een meerjarig onderzoek naar het slavernijverleden aangekondigd. De bovenstaande genoemde archieven zullen bij dit onderzoek een belangrijke rol spelen.

Links (Selectie):

Zoekhulpen over het Nederlandse Slavernijverleden: