Een persoonlijke gedachte bij de mei dagen en de Heiligverklaring van Titus Brandsma

0
72

Deze bijdrage hier is een persoonlijke mening, die ik hier aarzelend publiceer. Ik denk dat het namelijk mogelijk is dat genealogen een bestaande lacune wat betreft concentratiekamp slachtoffers kunnen helpen oplossen. Ik kwam op deze gedachte door de 4/5 mei herdenkingen en de heiligverklaring van Titus Brandsma die zoals bekend in het kamp Dachau omkwam. Door deze heiligverklaring worden we weer geconfronteerd met ons oorlogsgeweten. Titus behoort tot de grote groep van Nederlandse geestelijken, zowel protestante als katholieke,  die in concentratie kampen hebben gezeten waarbij velen van hen later werden vermoord. De rooms-katholieke kerk (ook in Nederland) heeft enorm geleden in de Tweede Wereldoorlog. In de priesterkazerne van het concentratiekamp Dachau (in het Duitse Pfarrerblock of Priesterblock ) werden geestelijken opgesloten die zich hadden verzet tegen het naziregime van Adolf Hitler. Vanaf december 1940 beval Berlijn de overplaatsing van kerkelijke gevangenen die in andere kampen werden vastgehouden. Dachau werd het centrum voor detentie van geestelijken. Van een totaal van 2.720 geestelijken die geregistreerd stonden als gevangenen in Dachau waren er ongeveer 2.579 (of 94,88%) rooms-katholiek. Onder de andere denominaties waren er 109 protestanten, 22 orthodoxen, 8 oudkatholieken en 2 moslims. Jezuïeten vormden de grootste groep onder de opgesloten geestelijken in Dachau onder wie ook Pater Robert Regout SJ, die ik om persoonlijke redenen extra noem omdat onder het grote publiek zijn heldendaden niet zo bekend zijn. Hij was in Nijmegen hoogleraar internationaal volkerenrecht, met hevige kritiek op de Nazie. Tien dagen voor zijn dood schreef Robert in zijn testament in het concentratiekamp: Als Onze Lieve Heer het ‘offer’ van mijn leven vraagt, dan met grote vreugde voor geloof en vaderland en bijzonder voor de studenten en professoren van de Nijmeegse universiteit. Zeer passend is daarom dat Robert de laatste jaren met een speciale lezing de “Regout lezing” aan de Nijmeegse Radboud Universiteit jaarlijks wordt herdacht.

Veel andere Nederlandse geestelijken zijn in soortgelijke kampen terecht gekomen waarbij vooral, hier in Nederland, heel wat geestelijken in het kamp Amersfoort geïnterneerd zijn geweest. Velen van hen zijn naar Duitsland afgevoerd en in Duitse kampen vermoord. Veel van deze omgekomen geestelijken hebben zich ook verzet tegen de Jodenvervolging en moesten het zelfde treurige eindlot van de Joden ondergaan.

Geen enkel ander bisdom in Nederland heeft zoveel priesters verloren tijdens de Duitse bezetting als het bisdom Roermond. Een van de bekendste verzetslieden binnen het Limburgse bisdom, was de Venlose kapelaan Jac Naus. “Hij was onder meer bezig met het regelen van de financiën voor de mensen die ondergedoken zaten. “In juni 1944 was er een geheime bijeenkomst van het verzet bij de broeders in het internaat van Weert. Maar ze werden verraden. Vier mannen konden zich nog met succes verstoppen, maar acht anderen zijn gedeporteerd. Onder wie Jac Naus maar ook broeder Valentinus, de broederoverste. Beide mannen overleden enkele maanden later in een concentratiekamp.

Vorig jaar werd weliswaar laat en met veel tegenspraak door de omgeving een groot monument in Amsterdam opgericht waarin alle Nederlandse joodse slachtoffers ieder op een eigen steentje werden genoemd. En pracht initiatief. Beter laat dan nooit. Ook de namen van de Sinti zijn hierbij niet vergeten. Voor een deel konden al deze joodse namen worden opgespoord door de vele actieve joodse genealogen die zich met de verschrikkingen die de Joden tijdens de oorlog hebben ondergaan, voortdurende bezig houden. In het bijzonder noem ik de vele gegevens van joodse slachtoffers die in de bekende Aorlsen archieven zijn te vinden en waarover ik onlangs nog hier heb geschreven.

Naar aanleiding van de mei herdenkingen en de heiligverklaring van Titus kwam bij mij de gedachte op, of het niet mogelijk zou kunnen zijn een kleiner monument op te zetten met de namen van de vele overleden protestante en katholieke Nederlandse geestelijken die in diverse concentratie kampen zijn omgekomen. Het zou een krachtig oecumenisch symbool zijn van christelijk verzet.

Het probleem dat zich hierbij voordoet is dat de namen van veel van deze Nederlandse geestelijken moeilijk te vinden zijn. Een lijst van in Nederlandse en Duitse omgekomen priester/dominees-slachtoffers ken ik niet. Aan het samenstellen van zulke lijst zouden Nederlandse genealogen naar het voorbeeld van de Joodse genealogen kunnen bijdragen. Bij veel genealogen zal bekend zijn welke van de geestelijke bedienaren in hun familie in concentratie kampen hebben gezeten en daar later zijn omgebracht. In mijn eigen familie bijvoorbeeld is de broer van mijn moeder pastoor G. Konings jarenlang geïnterneerd geweest in Kamp Amersfoort. Hij zou naar Duitsland worden afgevoerd. Hij kwam echter door een godswonder vrij.

Ik hoop dat niet teveel mensen die deze rubriek lezen, door deze persoonlijke oproep geërgerd zijn. Ik meen dat hier een verplichting bestaat om ook deze helden met een passend in memoriam in deze maand te gedenken. Wellicht zelfs met een passend monument.