Bij de voorplaat
Enkhuizen, het Spui met Drommedaris, Cornelis Springer (1817 – 1891), olieverf
De zomer is in aantocht en het vierde nummer van Gens Nostra is klaar. In dit nummer is er weer genoeg variatie. Zo lezen we in het artikel Waar bleef Jo Barendrecht over een zoektocht naar de oom van de auteur die tijdens de Tweede Wereldoorlog als artillerist bij het KNIL diende. Oom Jo Barendrecht leek lange tijd spoorloos verdwenen, maar auteur Boudewijn Barendrecht weet te achterhalen wat er uiteindelijk met hem gebeurd is.
Emmy Reijngoud schreef over haar voorvader Pieter de Leur die in de achttiende eeuw in dienst was bij de VOC. Na veel archiefonderzoek was zij in staat om een mooie levensgeschiedenis van haar voorvader samen te stellen.
Door Petronella Elema is onderzoek gedaan naar de achttiende-eeuwse deurwaarder Glimminga. Zij stuitte op deze deurwaarder toen ze onderzoek deed naar een vermeende honderdjarige die in 1768 in Noordlaren was overleden. Of deze dame daadwerkelijk honderd jaar oud was, is te lezen in het artikel De bejaarde moeder van deurwaarder Glimminga.
Eindredacteur Maja Westhoff schreef een artikel over de familiebijbel van Maria Anna Vosch van Avesaet en benadrukt daarbij het belang van deze genealogische bron vanwege de aantekeningen die er door verschillende familieleden in opgetekend zijn. Vanwege de grootte van dit interessante artikel is in dit nummer alleen deel 1 opgenomen. Deel 2 kan gelezen worden in het vijfde nummer van Gens Nostra.
In dit nummer ook weer een bijdrage in de rubriek Portretten. Deze keer een foto uit 1867 van het echtpaar Jan Willem Sieben en zijn eerste echtgenote Maria Antonetta van Laer. De foto werd gemaakt door de uit Berlijn afkomstige fotograaf Alphons Wilhelm Emil de Mellet.
Voorzitter van het bestuur, Peter van Boheemen, schreef voor dit nummer een verslag van de ALV van 22 april dit jaar en tot slot zijn ook de vaste rubrieken weer vertegenwoordigd: het overzicht van de tijdschriften en VanAlles.
De redactie