Auteur: Jakob Becker
Volgens de Bossche kroniek van St Geertrui kwamen in het jaar 1164 ‘een menigte Joden naar ’s‐Hertogenbosch’. Zij namen deel aan de stichting van deze stad en vestigden er de oudste joodse gemeente in de Noordelijke Nederlanden. Echter, op de vooravond van de derde kruistocht, omstreeks 1188 werden deze joden, 183 mannen en vrouwen, op het Galgeveld, gelegen aan de Vughter Heide, verbrand. Hun kinderen werden dwangmatig gedoopt. ‘Tijdens de kruistochten geschíedden dergelijke onverkwikkelijke gebeurtenissen in alle landen van Europa, waar zg. kruispredikers verschenen en de volksmassa opwekten, met het zwaard in de hand deel te nemen aan de verovering van het Heilige Land. Het getuigt van weinig humanitair gevoel, dat de monniken, die destijds de kronieken schreven, er aan toevoegden dat de joden werden vermoord ‘amore Dei’, uit liefde voor God. De werkelijke motieven waren echter roofzucht en het feit dat joden natuurlijk niet deelnamen aan de vele kruistochten, die zo’n 5 à 6 miljoen slachtoffers vergden. Voor zover bekend, was eind 17de eeuw ‘Het Smouse Kerkhoff’ te Geffen de enige joodse begraafplaats in Noord‐Brabant. Oorspronkelijk had de Heerlijkheid Geffen de grond van deze Eeuwige Rust stede blijkbaar aan één joodse familie beschikbaar gesteld, maar ten gevolge van de komst van steeds meer joden naar Staats‐Brabant kreeg deze dodenakker alras de functie van streekkerkhof. De oudste, nog aanwezige, zerk op deze begraafplaats dateert uit 1760. Mogelijk zijn enige oudere grafstenen in de loop der eeuwen in de rulle grond verzonken.
Klik hier voor ook een bericht van het BHIC over de Joodse begraafplaats of klik hier voor een bericht van Omroep Brabant