Sinds kort bewaart het Nationaal Archief het archief van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) 1945-2000. Een aanwinst voor geïnteresseerden in overheidscommunicatie. Een divers archief ook met stukken die variëren van het draaiboek voor de begrafenis van prinses Wilhelmina, tot stukken over het afgewezen gratieverzoek van ‘de Drie van Breda’. Maar ook met opinieonderzoeken, bijvoorbeeld over politieke voorkeur.
De onderwerpen die in het archief van de RVD aan de orde komen zijn erg divers. Dit komt, omdat de RVD door de jaren heen veel verschillende taken had. Om het archief te begrijpen is het goed deze taken verder te bekijken.
Voorlichting of propaganda?
De RVD wordt in 1945 opgericht om voorlichting te geven over het regeringsbeleid. De dienst krijgt bijvoorbeeld de taak om het blad ‘Commentaar’ uit te geven. Hierin worden (radio)toespraken van kabinetsleden gepubliceerd. Ook richt de RVD de dienst ‘Oog en Oor’ op om de communicatie tussen overheid en burgers te verbeteren.
Al snel komt vanuit de pers en de oppositie de kritiek dat de RVD vooral een propagandamachine is van de regering. Op 6 maart 1946 stelt toenmalige minister-president Schermerhorn daarom een commissie in die moet adviseren over de overheidsvoorlichting. In haar eindrapport stelt deze commissie dat overheidsvoorlichting een ‘afwachtend karakter’ moet hebben. Voorlichting is alleen nodig om het regeringsbeleid te verklaren en toe te lichten.
Titan-spotjes, het Koninklijk Huis en Postbus 51
De RVD krijgt er intussen wel veel taken bij. Vanaf 1965 is de dienst verantwoordelijk voor de communicatie over het Koninklijk Huis. Daarnaast coördineert de dienst vanaf 1967 de TITAN-spotjes (televisie-informatie ten algemene nutte). Dit zijn voorlichtingsfilmpjes, bijvoorbeeld over persoonlijke hygiëne, voeding of energie. Vanaf eind jaren zestig kunnen burgers met vragen terecht bij de RVD, via Postbus 51.
Actieve overheidsvoorlichting
In 1970 publiceert de commissie Biesheuvel een rapport dat grote invloed heeft op de werkzaamheden van de RVD. In dit rapport stelt de commissie dat de overheid de plicht heeft om haar beleid openbaar te maken. De RVD moet dan ook aan de slag met een actievere vorm van overheidsvoorlichting. Zo is er vanaf 1970 wekelijks een persconferentie na afloop van de ministerraad. Ook komt er meer openheid over kabinetsformaties. Een onderwerp dat ook nu actueel is.
Moeizame kabinetsformatie
Een voorbeeld van de manier waarop de RVD zich bezighoudt met kabinetsformaties is te vinden in het archief. In inventarisnummer 4048 zit een opinieonderzoek naar politieke voorkeur uit 1981. Op dat moment is een kabinetsformatie in volle gang. Aan het Kabinet-Van Agt I, een CDA-VVD coalitie, is net een einde gekomen. Op 26 mei 1981 vinden verkiezingen plaats. De uitslag van deze verkiezingen maakt een nieuw CDA-VVD-kabinet onmogelijk. In plaats daarvan moeten CDA, PvdA en D66 samen om de tafel. De kabinetsformatie tussen deze partijen verloopt moeizaam.
Opinieonderzoek
De Rijksvoorlichtingsdienst wil weten of de moeizame formatie invloed heeft op het stemgedrag. Deelnemers aan het opinieonderzoek krijgen daarom de vraag of ze, als er ‘vandaag’ nieuwe verkiezingen zouden zijn, op een andere partij zouden stemmen. Ongeveer 8% van de ondervraagden bevestigt dit. Als reden noemen de ondervraagden onder andere de moeizame formatie. Een van hen (geswitcht naar de VVD) geeft bijvoorbeeld aan: ‘Vind dit niks, dat geharrewar, VVD zou dat niet doen dat gezeur.’ Een andere ondervraagde (geswitcht van CDA naar PvdA) verklaart: ‘PvdA doet er alles aan om zo snel mogelijk een nieuw kabinet te hebben, CDA niet.’ Een derde respondent is nog duidelijker als hij uitlegt waarom hij niet meer op het CDA zou stemmen: ‘Omdat CDA in de kabinetsformatie bitter teleurgesteld heeft.’
Val kabinet Van Agt- II
Uiteindelijk blijkt het kabinet-Van Agt II, dat na de moeizame formatie gevormd wordt, geen succes. Al na 8 maanden biedt het kabinet zijn ontslag aan. Dat betekent weer werk aan de winkel voor de Rijksvoorlichtingsdienst. Werk waarover iedereen nu bij het Nationaal Archief kan lezen in het archief van de RVD.
Bekijk voor het opinieonderzoek inventarisnummer 4048 uit het archief van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), 1945-2000, archiefnummer 2.03.08.